Sarah wist dat het gesprek eraan zat te komen. Het kon nu niet meer lang duren. Haar contract loopt over bijna een maand af.
Wat was ze de vorige keer blij toen ze een jaarcontract kreeg. En vorige maand heeft ze nog een werkgeversverklaring gekregen voor haar hypotheekaanvraag. Maar ze heeft nog geen huis gekocht. Ze wil eerst zekerheid over haar contract. En ze heeft zo haar vermoedens dat het dit keer geen leuk gesprek gaat worden.
Er wordt veel gekletst binnen het bedrijf. Dat er op de afdeling iemand weg moet. Dat ze liever een jongen erbij willen, die eventueel ook nachtdiensten kan opvangen. Er loopt nog een contract af, dat van Silvie. Sarah vindt dat Silvie haar werk niet goed doet. Verder is Silvie wel een leuke meid.
Of het contract wel of niet verlengd wordt, wordt meestal een maand van tevoren bekend gemaakt. Het probleem is dat niet bekend is wanneer het gesprek gaat plaatsvinden. Zonder vooraankondiging vraagt de directeur om bij hem op kantoor te komen.
Sarah gaat ervan uit dat ze tijdens een vroege dienst bij de directeur op gesprek moet. Zodat ze na het gesprek naar huis kan. Er zijn dan genoeg mensen aanwezig die haar werk kunnen overnemen.
Als ze net aangekomen is voor haar late dienst, komt collega Joris binnenlopen. Hij stond helemaal niet op het rooster, dus verbaasd vraagt iedereen wat hij komt doen. Hij was een uur geleden gebeld zei hij, om de late duty over te nemen. De ingeroosterde duty heeft andere werkzaamheden die voorgaan.
Even later vraagt de directeur aan Sarah: "Heb je zo meteen even tijd?" Ze antwoordt dat ze er zo aankomt, nog even iets afmaken. Ze klopt op de deur en de directeur gebaard hem dicht te doen. Hij gaat niet tegenover haar, maar naast haar zitten. Sarah voelt het al aankomen. "We hebben met het management besloten om je contract niet te verlengen", zegt de directeur. "Het heeft niks met jou als persoon te maken, maar je past gewoon niet in het plaatje dat wij in een medewerker zoeken". Ze begint te huilen, maar ze wil helemaal niet huilen. Ze kan het niet tegenhouden. De directeur vertelt haar dat hij het begrijpt als ze naar huis wilt gaan, daarom is Joris hier. Om haar werk over te nemen.
Sarah wil niet naar huis gaan, zo zit ze niet in elkaar. Ze veegt haar tranen af en gaat weer aan het werk. Ze vraagt of ze Joris even mag spreken en verteld hem het nieuws. Hij vindt het erg jammer. Dan heeft ze pauze. De assistent manager van haar afdeling, Patrick, wacht tot iedereen klaar is met eten en weggaat. Hij vertelt haar dat hij het al een paar dagen wist, maar niks mocht zeggen. Hij heeft nog geprobeerd de manager van de afdeling te overtuigen dat ze een aantal kwaliteiten heeft die de andere medewerkers niet bezitten. Dit vindt ze fijn om te horen. Maar het heeft niet mogen baten. Ze belt haar vriend op om het hem te vertellen en gaat daarna weer aan het werk.
Ze vraagt Joris of ze wat administratieve werkzaamheden mag doen, zodat ze niet zo in het zicht staat. Na een paar uur lukt het haar niet meer om zich te concentreren, ze wil naar huis. Ze is boos en verdrietig. Eenmaal thuis stelt haar vriend voor om naar haar ouders te gaan. Dat vindt ze wel een goed idee.
Haar eerstvolgende werkdag, een paar dagen na het gesprek, krijgt ze nog een laatste cadeautje van haar werkgever. Daan, haar plaatsvervanger, heeft zijn eerst werkdag. En wie mag hem inwerken? Juist ja, Sarah. Toch doet ze het. Ze heeft al gauw door dat dit geen blijvertje gaat worden. Hij luistert niet, doet wat hij zelf wil.
Haar laatste werkdag komt al gauw in zicht, want ze heeft nog twee weken aan vakantiedagen en overuren open staan. Ze besluit om die op te nemen in plaats van ze te laten uitbetalen. Ze heeft geen zin meer om nog langer in het bedrijf te werken, haar motivatie is weg. Nu kan ze die tijd gebruiken om te solliciteren.
Ze neemt nog een besluit. Voor haar geen baan meer met wisselende diensten. Ze wil een normale negen tot vijf baan, zodat ze wat meer regelmaat krijgt in haar leven en haar vriend wat vaker ziet. En het is beter voor haar slaapritme.
Tijdens haar werkloosheid beseft ze steeds meer dat ze haar baan eigenlijk echt niet meer leuk vond. Ze had alleen iets langer willen wachten met weggaan. Tot ze haar schriftelijk opleiding af had en zelf iets nieuws gevonden had. Het is nu vanwege de crisis een moeilijke tijd om werk te vinden, er zijn veel werklozen. En dat ze van branche wil switchen maakt het nog iets moeilijker om een nieuwe baan te vinden. Ze geeft niet op, ze merkt dat ze steeds sterker wordt in het voeren van sollicitatiegesprekken. Na drie maanden vindt Sarah eindelijk een baan waarvoor ze de schriftelijke opleiding aan het volgen is.
Als Sarah vijf maanden na haar ontslag langs gaat bij haar oude bedrijf, krijgt ze van Silvie te horen dat Daan weg is. "Die moest weg, er zijn dingen gebeurd die echt niet door de beugel konden". Dat verbaast Sarah natuurlijk niet. Ergens geeft haar dit een voldaan gevoel. Jammer dat ze niet te horen krijgt wat er dan zoal gebeurd is.
Ze vraagt Silvie of zij destijds eigenlijk een jaarcontract of een halfjaarcontract gekregen heeft. "Een halfjaarcontract", zegt Silvie. "Dus dan loopt dat binnenkort alweer af", veronderstelt Sarah. "Weet je al iets?" "Nee, nog niet", zegt Silvie.
Geschreven in april 2010